Het belang van de eerste 1000 dagen uit het leven van een kind

Afgelopen week was in het programma “Alleen Elvis blijft bestaan” de Leuvense kinderpsychiater Binu Singh te gast. Haar passie ligt bij de heel jonge kinderen en hun welzijn. Ze stelt, dat wat kinderen in die heel jonge jaren hebben meegemaakt, dat dat een basis legt voor hoe ze als volwassenen door het leven gaan. Hierbij haalt ze het belang aan van de eerste 1000 dagen in het leven van een kind. De 1000 dagen die door dr. Allan Schore eens beschreven werden als de tijd waarin we leren hoe met emoties om te gaan. Reacties op emoties die je in eerste instantie leert van je primaire hechtingsfiguur, wat meestal een ouder is.

In dit programma brak Binu een lans voor het goed zorgen voor de kleine kinderen en hun ouders: “Als je aan de volksgezondheid wil werken, moet je vroeg beginnen. Liefst nog voor de conceptie”. Binu stelt dan ook dat veel klachten bij baby’s te maken hebben met de zwangerschap, de geboorte en de eerste periode van het leven van het kind.

Maar zorgen we wel goed voor onze kinderen, gezien vanuit het perspectief van de kinderen? Hoe zouden kinderen zich voelen als er geen veiligheid was, als ze niet kregen wat ze nodig hadden? Stel, u ben met een raket aangekomen op Mars en u stapt uit in uw ruimtepak. En door een computerfout vliegt die raket weer weg. Denkt u zich dat eens in, hoe u zich zou voelen? Stress? Paniek? Roepen en schreeuwen? Ik denk van wel. U zou er alles aan doen om te overleven en zeker niet tot rust komen.

Zelf stel ik me dat zo voor bij een klein kind. Een kind dat geboren wordt en ervaart dat de omgeving niet voor hem zorgt op de manier zoals dat kind het nodig heeft zou zich zo kunnen voelen. Het kind heeft voeding (aanraking, eten en drinken), veiligheid, validatie (bevestiging) en verbinding nodig (de 4 v’s). En als dat niet het geval is, is dat voor een klein kind een traumatische ervaring waar het zenuwstelsel op gaat reageren. Het kind leert hoe het leven is binnen het gezin waarin het opgroeit en zal deze zienswijze later transformeren naar de gehele wereld. Er ontstaat een bepaald beeld van het leven, die als blauwdruk dient voor de rest van zijn leven.

In mijn ogen zijn we ons lang niet altijd bewust van die facetten welke traumatisch zijn voor het kind. En dat blijkt ook wel uit het hoge percentage onveilig gehechte mensen, namelijk 45%. Om de oorzaken te kunnen begrijpen zal men moeten redeneren vanuit het perspectief van het zeer jonge kind. Om er een paar oorzaken te noemen:

  • Het kind dat al snel (binnen die 1000 dagen) een broertje of zusje krijgt, of het kind dat met een babyfoon alleen op een kamertje wordt gelegd, zal dat kunnen ervaren als: “Ik ben alleen, ze vergeten mij, ik krijg te weinig aandacht, de ander is belangrijker dan ik”. Er is dan wel een aanwezige hechtingsfiguur, maar die is niet altijd beschikbaar. Hechtingsproblematiek als verlatingsangstig ligt dan op de loer. Op volwassen leeftijd claimen ze de nabijheid van anderen, hebben een negatief zelfbeeld en komen ze niet goed op voor zichzelf. “Ik ben niet oké, de andere is wel oké” is dan ook een patroon die we dan vaak zien.
  • Het kind dat al na een paar maanden naar een ander familielid of een onthaalmoeder gaat, is als die persoon op Mars. Let wel, er zijn fantastische onthaalmoeders en familieleden, waar het kind de emoties kan leren reguleren. Dat is niet de groep waar ik naar kijk. Maar als dat nu eens niet het geval is? Als de opa of oma die het kind opvoedt, die opvoeding doet vanuit een strikte manier van opvoeden zoals ze zelf zijn opgevoed? Als die opa of oma in de middag wil rusten en het kind maakt veel lawaai? Dan leert het kind dat het niet veilig is zich te uiten zoals het zich wil uiten en houdt het die emoties in. Het hecht zich niet aan deze mensen en ervaart mensen als stress verhogend. Niet zelden vermijden ze op latere leeftijd dan ook (fysiek)contact met mensen en nemen hun toevlucht tot de natuur en dieren. Een dergelijk patroon kunnen we tegenkomen bij Als volwassenen blijven we deze strategie volgen en hebben dan soms problemen met het aangaan van relaties. (“Ik ben oké, de andere is niet oké”, wat we bijvoorbeeld bij bindingsangst tegen komen).
  • Als het kind, soms al jong naar een crèche wordt gestuurd waar men onderbezet is qua personeel, kan het kind de stress van het personeel ervaren. De kinderen krijgen niet die aandacht die ze nodig hebben. Niet zelden kunnen de leidsters niets anders doen dan het kind laten huilen of er nors tegenin gaan. Het kind wordt bang voor degenen bij wie ze zich in feite veilig moet voelen. Het krijgt een compleet verkeerd beeld van liefde en veiligheid. Als volwassene hebben ze dan ook een negatieve kijk op zichzelf en de wereld. (“Ik ben niet oké, de andere is ook niet oké”).

Al deze overlevingsstrategieën kunnen ontstaan in die eerste 1000 dagen uit het leven van een kind, de tijd waarin onze rechterhersenhelft wordt gevormd. Een hersenhelft dat de basis vormt voor de ontwikkeling van ons empathisch vermogen en het aangaan van relaties.

Als er angst is, is er dus stress en het kleine kind kan deze stress niet reguleren. Niet zelden zien we dan ook dat de concentraties van de stresshormonen adrenaline en cortisol verhoogd zijn. Uit onderzoek door Carolina de Weerth, hoogleraar Psychobiologie van de vroege ontwikkeling aan het Radboudumc in Nijmegen bleek, dat kinderen thuis een lagere cortisolconcentratie hadden dan op de crèche. Ze gaf als oorzaken aan:

  • De scheiding van de moeder
  • De verzorging door anderen
  • Een omgeving met meer lawaai

Die hogere cortisolconcentratie heeft als gevolg dat de hartfrequentie omhoog gaat evenals de bloedruk. De kinderen komen in een hoge staat van alertheid/arousal. Als dat eventjes gebeurt, is dat niet erg, maar als dat frequent of continue gebeurt spreken we van toxische stress. Een stress die het immuunsysteem zwakker maakt en een groeivermindering van het brein van het kind geeft. Deze veranderingen spelen een grote rol binnen de gezondheid op latere leeftijd.

Uit een ander onderzoek bleek, dat als er een slechte relatie op kinderleeftijd is met de opvoeders, dat 91% van de ondervraagde volwassenen gezondheidsproblemen hebben als hartafwijkingen, hypertensie en alcoholisme. Bij de groep mensen die aangaf een warme relatie met hun opvoeders te hebben ervaren was dit 45%. Sta eens stil bij het volgende: wat voor een kosten kunnen we besparen op de gezondheidszorg, als we nu al zorgen voor een veilige eerste 1000 dagen voor het kind. Toch is dit nog niet doorgedrongen tot alle lagen van onze bevolking en worden kinderen met 3 maanden soms al naar crèches gebracht.

Ook sociaal gezien heeft een goede veilige hechting zijn voordelen. Veilig gehechte kinderen maken vaak snel vrienden en functioneren later goed in de maatschappij, iets wat lang niet vanzelfsprekend is bij onveilig gehechte kinderen.

John Bowlby, de grondlegger van de hechtingstheorie zei dat op een treffende manier: “Wat niet gecommuniceerd kan worden met de moeder, kan niet gecommuniceerd worden met jezelf”. Met andere woorden, als je onveilig gehecht bent, kan je soms slecht met jezelf communiceren, laat staan met anderen.

De volwassene

En dan ben je volwassen, moet je er dan maar mee leren leven? Nee, de hersenen hebben de ervaringen opgeslagen en vormen een plattegrond waar je in je leven rekening mee houdt. Echter op die plattegrond zijn veel gebieden die nog nooit verkend zijn. En ja, daar zit angst op, immers, het is vreemd en nieuw en onbekend maakt onbemind.

Toch is het helen van de vroegkinderlijke verwonding niet onmogelijk: met Adult Attachment Therapy verkennen we op een empathische non-verbale manier die onontgonnen gebieden in jou. We leren waar je noden en behoeftes, evenals je angsten en pijnen zitten en trachten die op te lossen door je nieuwe ervaringen aan te reiken. Hiervoor praten we niet veel, daar we geleerd hebben dat praten lang niet altijd die diepte bereikt waar dit issue zijn oorsprong heeft. Ook Peter Levine, de grondlegger van Somatic Experiencing zei het zo mooi: “Een trauma is niet het verhaal, maar de reacties van onze hersenen”. We zullen dus in die delen van de hersenen moeten werken, waar de bron van het trauma ligt opgeslagen, de delen die de eerste 1000 dagen van jouw leven zijn gevormd. Wat dit is en waar het mee te maken heeft “weet” je niet meer, omdat je toen nog geen taal beheerste. Echter je hebt het wel “ervaren” en die ervaringen liggen opgeslagen in je brein en je lijf. Ervaringen die tot op de dag van vandaag hun invloed uitoefenen.

Ik hoop dat het betoog van Binu Singh aanslaat en dat we kritischer gaan kijken hoe we in onze westerse wereld om gaan met die jonge kinderen. In India, aldus Binu, vindt met het uitbesteden van de kinderen op zo’n jonge leeftijd not done…  Ik hoop dat we dat hier in België en Nederland ook snel in gaan zien, opdat er later minder volwassenen zijn met hechtingsproblematiek die gerelateerd zijn aan traumatische ervaringen in die eerste 1000 dagen. Want wat geven we aan onze kinderen door als we het zelf niet ervaren hebben? Nemen we als volwassenen onze verantwoording op ons of leggen we de trauma’s neer bij de kinderen?

Van welke vrucht mochten Adam en Eva niet eten?

Veel mensen zijn op zoek naar de Liefde in de vorm van zelfliefde of liefde van een ander. Ze zoeken deze liefde zowel buiten zichzelf als binnen in zichzelf.

 

Het lukt hen echter lang niet altijd deze liefde te vinden. Vaak is er kritiek op zichzelf en op anderen, waardoor ze uit verbinding gaan.

De vraag die ik hen dan stel is: “Van welke boom mochten Adam en Eva niet eten?” En nee, ik ben geen pastoor of dominee en wil zeker geen bijbels praatje houden. Maar dit oude verhaal welke in de Bijbel wordt verteld, heeft een mooi psychologisch tintje waar wij allen ons voordeel mee kunnen doen.

In de Bijbel wordt God gezien als Liefde. Dus Adam en Eva liepen naakt, dus kwetsbaar met de Liefde in het hof van Eden en alles was goed. Ze verdroegen elkaar en liepen gelukkig rond in die wereld. Ze mochten alles, behalve het eten van die ene boom, die centraal stond in dit gebied.

Weet u nog van welke boom ze de vruchten niet mochten eten?

De meesten onder u zullen zeggen: een appel. En zoals op de meeste middeleeuwse schilderijen te zien is, staat daar ook een appelboom.

Helaas…, dat staat niet in de bijbel. Een appelboom zou ook niet kunnen groeien in het klimaat van het Midden-Oosten. Wat er wel staat is dat ze niet mochten eten van de boom van kennis van goed en kwaad.

Wat wordt ons hier in feite geleerd? Als je kennis hebt van goed en kwaad kan je oordelen over anderen en over jezelf. Als je oordeelt over het gedrag van de ander, dan plaats je jezelf boven deze persoon. Op dat moment verbreek je de verbinding. Een verbinding waar we allen zo naar verlangen. Vanuit verbinding kunnen we immers afstemmen, waardoor we ons veilig voelen. Door die veiligheid kunnen we reageren zoals we zijn, oftewel authentiek reageren. En dat maakt weer dat er liefde is en de weg voor intimiteit en seksualiteit in verbinding open ligt.

Maar we kunnen ook oordelen over onszelf. Dan is de Innerlijke Criticus aan het woord. Deze Innerlijke Criticus kan soms erg groot en allesoverheersend zijn. Die heeft overal een mening over en zegt vaak wat jij “moet” doen en wat je “fout” doet. . De kans is dan groot dat jouw opvoeders aan het woord zijn en dat dit deel al op zeer jonge leeftijd in jou geactiveerd is. Het doel van de Innerlijke Criticus is dan ook positief: het wil in verbinding blijven met de mensen om zich heen en wil jou dus beschermen tegen verstoting en afwijzing. Daarom tracht die jou en je Vrije Kind te onderdrukken door je regeltjes op te leggen. En in jou gebeurt dan precies wat je buiten jou wilt voorkomen: je gaat uit verbinding in jezelf.  De verbinding met je Vrije Kind wordt opgeheven en je Verwonde Kind komt ervoor in de plaats. De weg naar een minderwaardig gevoel ligt dan open, een weg die door de Innerlijke Criticus in stand wordt gehouden en die je vaak een ongelukkig gevoel geeft.

Als kind konden we niet kiezen hoe onze ouder en verzorgers met ons omgingen en wat ze van ons eisten. We moesten het simpelweg ondergaan en hadden geen keuze. Als volwassene daarentegen heb je wel die keuze. Je kan kiezen naar welk stemmetje je luistert en zo je eigen weg bepalen, een weg die je soms niet alleen wilt bewandelen en waar je begeleiding voor kan vragen bij een Innerlijke Kind Coach. Je mag leren wat de intenties zijn van je Innerlijke Criticus, je mag ernaar luisteren en zien welke emoties er onder zitten (meestal is dat angst). Je mag leren dat jouw Innerlijke Criticus soms erg moe is en het fantastisch vindt dat jij als Volwassene een deel van zijn taken overneemt.

Dit kan een start zijn van een boeiende reis, waarbij je leert welke pijnstukjes je nog in je draagt. Je kan leren wat je tekort bent gekomen als kind en wat jij er als volwassene aan kunt doen. Bovenal kun je leren inzien, dat jij net zo reageert op je eigen Verwonde Kind, dan je ouders vroeger op jou, een inzicht die vaak tot verandering leidt. Ervaar je dit dan leer je te zien wat je toen en ook nu nog nodig hebt. Door te leren jezelf datgene te geven wat je als kind tekort bent gekomen, doorbreek je de vicieuze cirkel waarin je misschien terecht bent gekomen. Je laat je Volwassen deel prefereren boven je kritische deel. En is het niet zo dat juist in het hier en nu jij volwassen bent? Stap dus uit de leugen van het verleden en kom in de realiteit van het hier en nu, om op die manier de Liefde te vinden en in verbinding te gaan met jezelf en met anderen. Een verbinding die leidt tot heling.

Leer de taal van jouw lichaam kennen

“Ik ben al 15 jaar in therapie” zei mijn cliënt, laten we haar Bea noemen. “Ik praat met mijn psycholoog over alles wat mij dwars zit. Via hem heb ik meer inzichten gekregen, echter ik voel dat er dieper iets anders zit. Iets waar ik met praten niet bij kan komen”.

Ze had over Adult Attachment Therapy gehoord en dit leek haar wel wat. Zoals elke cliënt, verzocht ik haar eerst haar levensverhaal te schrijven en ze maakte een afspraak. Wat onwennig kwam ze de eerste keer bij mij. We bespraken haar verhaal en ik zag genoeg aanknopingspunten om inderdaad met haar Adult Attachment Therapy te gaan doen.

Na 16 sessies eens per 2 weken, zat er een andere vrouw tegenover mij, zelfverzekerder met meer veerkracht en rustiger. Ze gaf aan bereikt te hebben wat ze zoveel jaren gezocht had: rust in zichzelf en een groter gevoel van eigenwaarde.

Herken je dit gevoel dat je met praten alleen niet ver genoeg komt, dat je met al de inzichten die je krijgt er niet in slaagt om iets blijvends te veranderen in je leven? Je kan jezelf dan de vraag stellen hoe het komt dat dit praten alleen niet werkt. Psychologen en Cognitieve gedragstherapeuten zijn meestal erg goed opgeleid. Hoe kan het dan toch zijn, dat er mensen zijn die reageren zoals Bea?

Een mogelijke oorzaak is gelegen in de opbouw van je hersenen.

Onze hersenen zijn opgebouwd uit drie lagen:

  • Het reptielenbrein: het helpt ons bij de essentiële functies om te overleven, zoals de ademhaling, bloedsomloop en spijsvertering.
  • Het gevoelsbrein: hier worden onze gevoelens verwerkt. Hierbij spelen emotionele reacties die met overleven te maken hebben een rol. Hier wordt ook bepaald of iets gevaarlijk is of niet. En meestal zit hier ook de bron die ons doet aanvoelen dat we iets willen veranderen, we willen af van het verdriet, de boosheid, eenzaamheid, schaamte, en angsten.
  • Het denkbrein: deze laag is uniek voor de hogere zoogdiersoorten en met name bij de mens. Via dit deel van de hersenen hebben we de mogelijkheid ons iets bewust te worden via taal, abstracte gegevens, het denken, het plannen en de perceptie.

Het denkbrein vormt zich op latere leeftijd, terwijl de eerste twee lagen al vóór de geboorte aanwezig zijn.

En hier zit het probleem. Onveiligheid zoals bijvoorbeeld bij een onveilige hechting en allerlei vroegkinderlijke emotionele trauma’s worden opgeslagen in het gevoelsbrein en het reptielenbrein. Het denkbrein is dan nog niet gevormd. In ons voorbeeld heeft Bea dus het gevoel van onveiligheid opgeslagen in haar gevoelsbrein. Het brein waar je met taal niet bij kan komen.

Dit is iets wat veel voorkomt. Ongeveer 40-45% van alle Belgen blijkt een vorm van onveilige hechting te hebben en hebben deze ervaring opgeslagen in hun gevoelsbrein.

De oorzaak van een onveilige hechting kan soms groots en duidelijk zijn, zoals bij ernstige verwaarlozing of mishandeling. Veel vaker komt het echter voor dat ouders met alle liefde hun kinderen hebben opgevoed en dat externe factoren de bron van een onveilige hechting is. Te denken valt dan aan ziekenhuisopnames, scheidingen, het krijgen van een broertje of zusje terwijl je zelf nog zeer jong bent, het opgevoed worden door iemand anders, te jong naar een crèche gestuurd worden etc.

Hoe kan een buitenstaander nu zien of mijn hechting mogelijk onveilig is en die nog een rol speelt op volwassen leeftijd?

Voordat cliënten bij me komen, nodig ik ze uit hun levensverhaal te schrijven aan de hand van 13 vragen. Ik krijg zo een beeld van het leven van die cliënt. Vaak loopt er een rode draad doorheen, die start rondom de geboorte en doorloopt tot in het hier en nu.

Kijken we naar het levensverhaal van Bea, dan zien we dat ze als baby rond haar zevende maand een tekort heeft ervaren. Haar moeder, haar primaire hechtingsfiguur was er onvoldoende voor haar. Haar moeder was onthaalmoeder en er waren 7 andere kindjes waar zij voor moest zorgen. Bea moest dus de aandacht van haar moeder delen. Hierop heeft ze een overtuiging geplakt van: “Ik ben niet oké, de anderen zijn wel oké”. Dit heeft ze als waarheid meegenomen naar de school, waar ze gepest werd. Toen ze 24 was, leerde ze een autoritaire en dominante man kennen. Een man die onbewust haar overtuiging beaamde. Een partner die net zo onveilig gehecht is als zij, maar als overlevingsvorm onbewust gekozen heeft voor: “Ik ben oké, de ander is niet oké”. Je begrijpt, dat deze twee mensen in hun overtuigingen naadloos op elkaar aansloten. Bea zocht toenadering en wilde close zijn, haar man wilde afstand en met rust gelaten worden. Bea had verlatingsangst en haar man had bindingsangst. Na zeven jaar ruzie en aantrekken en afstoten, gingen ze uit elkaar. Bea heeft hulp gezocht bij een psycholoog.

Toen ze ging praten met de psycholoog kon ze veel praten over haar man en haar schooltijd. De bron van haar problemen lag daar echter niet, die lag in dat deel waarvan ze geen herinneringen had, puur omdat ze toen nog geen gesproken taal had. Ze voelde dat er meer was, maar kon er met woorden niet bij.

Het is dus erg moeilijk met woorden bij de kern van onze trauma te komen, omdat we toen nog geen woorden hadden om ons te uiten. Herinneringen uit die jonge kinderjaren zijn dan ook niet met woorden vastgelegd. Wat wel is vastgelegd zijn herinneringen met emoties en zintuigelijke gewaarwordingen. Om te helen, moeten we dus die taal spreken die het kind toen al had, namelijk de taal van voelen en ervaren. Dan raken we dat deel in onze hersenen waar die herinneringen van emoties liggen opgeslagen en waar we geleerd hebben hoe het leven functioneert.

Dit is de kern van de Adult Attachment Therapy. Door te werken met afstand en nabijheid ga je in je lijf voelen wat dit met je doet en hoe dat lijf reageert. Je kan geraakt worden in dezelfde pijn die je als kind hebt gekend. Je ervaart als volwassene wat je tekort bent gekomen en krijgt de kans om er woorden aan te geven en de ervaring te veranderen. Je leert dat je zelf in staat bent om dit tekort aan te vullen. Wat je als kind bent tekortgekomen, geef je jezelf nu als volwassene.

Bea ging ervaren wat er in haar lijf gebeurde en wat ze toen nodig had. Ze leerde zichzelf te geven wat haar moeder haar niet kon geven om uiteindelijk bij een diepe rust in haarzelf uit te komen. In haar hersenen werd een nieuwe ervaring gecreëerd. Een ervaring die diepgaand kan doorwerken in het heden en de toekomst.

Wil je ervaren wat Adult Attachment Therapy voor jou kan betekenen? Naast de proeflessen in het Oost West Centrum zijn er weekenden waar je aan den lijve kan ervaren wat deze therapie voor jou kan betekenen.

Voor informatie en opgave zie: www.owc.be

Daarnaast starten we in het najaar een kopopleiding voor mensen die zelf al professioneel met hechting bezig zijn.

Voor informatie en opgave zie: www.owc.be